Staystitching, waarom is het zo belangrijk?
- Sandra
- 17 apr 2023
- 3 minuten om te lezen
Maar eerst, wat is staystitching?
Wellicht hebben veel naaisters het al eens voorgehad, tijdens het naaien merk je plots een rare bobbel of een vervorming van de stof dichtbij de halslijn. Al na het knippen neem je de patroondelen dikwijls vast, keer je ze om , je trekt er al eens aan, ... . De structuur wordt steeds onstabieler.
Met staystitching versterk en stabiliseer je de randen van het werkstuk. Vooral de rondingen en diagonale randen hebben de neiging om te gaan lubberen tijdens het naaien. Randen die niet recht van draad geknipt zijn hebben meer kans om uitgerekt te worden.
Staystitchen gaat snel en is helemaal niet moeilijk, er zijn alleen maar voordelen. Het maakt echt een groot verschil, dus doen zou ik zeggen!
Waar doen we deze bewerking?
Zeker voor de halslijn en voor sommige armsgatopeningen (niet overal, zie onder) maar eveneens voor de heupnaden van rokken en broeken is het heel zinvol om deze bewerking uit te voeren. Ook de schoudernaden, de rondingen bij kragen, zijnaden tot aan de taille (bv. bij een jurk), belegdelen, zelfs zakken enz. komen in aanmerking.
Voorbeeld bij de AmƩlie blouse:
Sommige rondingen worden afgewerkt met biais of met een beleg. Tijdens het spelden trek je hier al eens aan waardoor de structuur van de stof al snel verandert.
Het staystitchen van de V-hals en de ronde hals zijn heel nuttig, tijdens het naaiproces doe je toch heel wat bewerkingen waardoor de halslijn steeds minder sterk wordt.
OPGELET: Niet alle armsgatsopeningen hebben deze bewerking nodig. De mouw bij de AmƩlie blouse is iets groter getekend dan de mouwopening zelf om het draagcomfort te verbeteren. Tijdens het naaien wordt de toegift verdeeld tussen het merkteken in het voorpand en het merkteken in het rugpand. De stof moet een beetje gerekt worden dus staystitchen is hier vooraf niet nodig. Wanneer kan het wel bij armsgatopeningen: bv. bij mouwloze topjes, mouwloze jurken,...
Ook voor lange naden die recht van draad geknipt zijn hoef je deze bewerking niet uit te voeren. Maar het kan wel handig zijn bij stoffen met een losse structuur en bij dunne fragiele stofjes.
Wanneer kan je starten met staystitchen tijdens het naaiproces? Welke stoffen komen er in aanmerking?
Staystitchen doe je meteen nadat alle patroondelen geknipt zijn. Vanaf dan beginnen sommige randen al te vervormen. Rondingen en diagonaal geknipte patroondelen zijn niet meer recht van draad.
Deze bewerking kan zowel voor niet-rekbare als voor rekbare stoffen uitgevoerd worden. Zeker voor onstabiele dunne stoffen maar ook voor tricot, de halslijn blijft beter in vorm.
De bewerking zelf:
Hoe kleiner de steeklengte, hoe beter de randen gestabiliseerd kunnen worden, 2 tot 2,5 mm is goed. Stik een lijn parallel met de uitgeknipte rand binnen de naadwaarde op 2 Ć 3 mm van rand die je gaat stikken (bv stik op 7 mm als je naadwaarde 1 cm is). Het stiksel is niet zichtbaar aan de buitenkant. Niet hechten op het begin en op het einde van elke stiklijn.
Stik lijnen zoals de pijltjes op de tekeningen hieronder voor het behouden van de vorm. Begin aan de rand van de halsopening tot het midden van de hals. Stop daar met stikken en doe het tegenovergestelde aan de andere kant. Stik van schouderhalspunt tot schouderarmpunt. Begin telkens opnieuw, stik niet in ƩƩn keer helemaal rond. Voor broeken en rokken stik je vanaf de heup richting lende. De richting van het stikken is heel belangrijk tijdens dit proces.
Leg de papieren patroondelen terug op de stof na deze bewerking om na te kijken of dat de afmetingen nog overeenkomen. Als het niet klopt knip dan heel voorzichtig een steekje los na elke paar centimeters.

Staystitching op het beleg

Heel veel succes!!
Komentarze